zondag 1 juli 2012

Pauze


Na tweeënhalf jaar stukjes neemt Basje B. een break
Om te werken aan langere verhalen, en aan een baan. 

À bientôt! 


donderdag 28 juni 2012

Scheiden (II)



Ik was op het politiebureau van Ixelles, niet voor een inbreuk maar voor een inlichting. De beambten zaten enigszins verfrummeld achter een dubbel loket. Ook de politie is een gemoedelijke bedoening in België.

Naast mij schoof een klein donker meneertje voor de spreekopening. Hij had zich al een paar dagen niet geschoren. ‘Hallo,’ zei hij in het Frans tegen de dienstdoende agent, ‘wij komen voor een scheiding.’ Daarbij wees hij naar een klein mevrouwtje dat hij bij zich had.

‘Scheiden, dat kan hier niet,’ sprak de beambte berustend, ‘dit is het politiebureau.’

De man keek beduusd. ‘Maar wij willen scheiden,’ verduidelijkte hij toen. ‘Mijn vrouw,’ (daarbij wees hij op het mevrouwtje) ‘mijn vrouw wil niet meer bij mij wonen. Zij wil bij mij weg.’

Dat was een behoorlijke confessie, zo in de openbare ruimte. Sluiks keek ik naar het mevrouwtje. Zij gaf geen kik, wat verstandig was natuurlijk, maar ook heel goed kon komen doordat zij het Frans noch Vlaams machtig was. Zo op het oog had ze geen blauwe plekken.

‘Nee,’ legde de agent uit, ‘u kunt wel scheiden, maar niet hier. U moet naar het gemeentehuis. Hiernaast.’

Het meneertje dacht even na, en wees toen aarzelend naar buiten. ‘Ja, het gebouw hiernaast,’ bevestigde de ambtenaar. ‘Daar kunt u scheiden.’

Verward verliet het echtpaar de ruimte. Zij liep een stapje achter haar man. Toch wel.

dinsdag 1 mei 2012

Manipulatie


Albert Heijn heeft niet alleen een waardeloos huismerk, maar ook van die suffe spaaracties waarbij je dingen krijgt die ik helemaal niet zou willen hebben (wuppies, om maar eens wat te noemen). Maar goed, als je weinig verwacht valt het soms mee. Een vriendin van mij kwam onlangs aanzetten met de laatste manipulatie van onze nationale kruidenier: miniboodschapjes. ‘Kijk, voor in een poppenhuis!’ riep ze enthousiast uit. Ik vond het ook leuk, eerlijk gezegd.

Dit schijnt een normaal menselijk verschijnsel te zijn. Miniatuurversies hebben nu eenmaal een vertederend effect, zoals bijvoorbeeld het geval is bij babies en andere jonge dieren (‘ahhh kijk hij heeft al zijn teentjes’). Ik heb dat niet zelf bedacht maar ooit gelezen in een niet nader benoembaar semi-psychologisch artikel. Inmiddels heeft Albert Heijn blijkbaar ook kennis genomen van deze theorie. Heel slim natuurlijk, om dat in te zetten voor sluikreclame.

In ieder geval. Mijn vriendin en ik keken tevreden naar het miniflesje Heinz tomatenketchup dat tussen ons op tafel stond. Ze had ook nog een heel klein pakje Page wc papier gekregen. ‘Misschien is het wat te groot voor een poppenhuis,’ hoorde ik mezelf zeggen, ‘eigenlijk is het meer iets voor de barbies.’ Waarop mijn vriendin met een serieus gezicht knikte. Daarna kwam er een moment dat we allebei even dachten aan onze barbies en poppenhuizen.

Complimenten voor de marketingafdeling.


dinsdag 10 april 2012

Therapie


Net als in het leven, zo filosofeerde ik tijdens het ramen lappen, bestaat er bij het schoonmaken een onderscheid tussen smoezelaars en poetsers. Terwijl de laatsten met een Brillo-sponsje de plinten reinigen en op hun knieën de vloer plegen te schrobben, maken de eersten zich er graag met een lauw lapje vanaf en schuiven de rest van de rommel onder het bed. (Ze weten vaak ook niet wat een Brillo-sponsje is.) Dan zijn er nog tussenfiguren die wel opruimen, maar niet schoonmaken - een verwarrende categorie voor zelfbenoemd psychologen.

Ook qua takenvoorkeur bestaan er allerlei variaties. Het is bijna onvoorstelbaar, maar er zijn mensen die erg houden van stofzuigen. In mijn eenvoudige schoonmaakclassificatie zijn dat de aanpakkers. Je weet wel, van die mensen met een immer opgewekt gemoed. Wassen (zowel kleren als servies) is meer voor de pragmatici onder ons. Ik heb zelf een zwak voor strijken, hetgeen duidt op een lichte manie voor orde en netheid. Keurig gevouwen stapeltjes maken van een warrige wasmand is immers de droom van iedere controlefreak.

Kort geleden, toen ik nog in een studentenhuis woonde, was ik niet alleen huisoudste maar ook de meest schoonmaakgerichte bewoner. Dat was deels omdat het huis heel oud en een beetje smoezelig was, maar ook omdat ik wel opknap van middagje tegels schrobben. ‘Ik maak gewoon graag schoon als ik me niet goed voel,’ prevelde ik eens beschaamd tegen mijn benedenbuurman, die muzikant was van beroep en mij recentelijk had toevertrouwd zijn handdoek eens per maand te wassen. ‘Weet ik toch,’ sprak hij troostend, ‘we hebben allemaal wel wat.’

zondag 25 maart 2012

Platonisch

Het congres schept mogelijkheden. Je bent een tijdje van huis, je zit met een grote groep nieuwe mensen opgescheept en hup, de echtelijke bedenkingen gaan overboord. Een klassieker, maar daarom niet minder waar. Deze week was ik op een congres in een slaperig plaatsje in Toscane. Het zou drie dagen duren, en we werden de eerste avond -zoals dat hoort- onthaald met een praatje en een borreltje. Ik ben dol op praatjes en borreltjes, dus besloot ik wat kennis te maken met de andere tweehonderd deelnemers.

Bij mijn derde plastic glas prosecco stuitte ik op Thomas. Thomas was een Brits historicus die zich had gespecialiseerd in Syrië onder Frans mandaat. Een vrij populair onderwerp, momenteel. Hij stond net aan een bebrilde collega uit te leggen dat hij over de huidige situatie onmogelijk prognoses kon geven. Thomas droeg een geruit jasje met elleboogstukken en verklaarde dat hij honger had na een onwaarschijnlijk lange treinreis. Ik vind het erg lief als mensen twintig uur in de trein zitten omwille van het milieu, en besloot dat ik hem heel sympathiek vond.

Om enige variatie aan te brengen in het voedsel dat tweemaal daags door het hotel werd verstrekt, hadden we afgesproken de gastronomische mogelijkheden van Montecatini eens te verkennen. ‘Hoe waren je workshops?’ informeerde ik oprecht benieuwd terwijl we een pizza aten. Thomas was te laat geweest voor zijn eerste ochtendsessie omdat hij vastzat in de lift; de hotels van de congresdeelnemers bevonden zich in verschillende stadia van ontbinding. Niet dat hij veel had gemist, want qua inhoud was het abominabel geweest.

We dronken nog maar een cocktail in de enige bar van de stad. 'Ach,' mijmerde Thomas, 'op een gegeven moment ben je eind dertig en je hebt een baan waar je zo'n beetje toevallig in terecht bent gekomen, en dat is het dan wel zo ongeveer.' Ik knikte zo begrijpend als ik kon, want zingevingsproblematiek is mij niet vreemd. ‘Thanks for a lovely evening,’ sms-te ik dan ook terwijl mijn trein de volgende dag Montacatini uitboemelde, ‘it was nice meeting you.’ ‘But,’ kreeg ik terug, ‘we didn’t even sleep together.’ Dat vond ik dan weer erg grappig.


vrijdag 17 februari 2012

Twexit

Inmiddels woon ik al weer zes weken bij mijn moeder, die voortdurend lieve dingen zegt als: ‘misschien kunnen we dat even op de computer opzoeken. Of nee, het staat ook vast wel in de krant.’ Dat doet denken aan de jaren ‘90, toen computeren gewoon nog een soort hobby was. Hierdoor heb ik nu ineens de indruk dat ik heel digitaal onderlegd ben, maar dat is natuurlijk volstrekt niet waar – al blijk ik goede assistentie te verlenen in de gebruiksfuncties van Word. Kortom: ik werd overmoedig.

Toen ik op het station van Hilversum laat in de ijskoude avond mijn busverbinding stond te vervloeken, viel mijn oog op de aankondiging “volg de gemeente Hilversum op Twitter: @Hilversum.” Misschien, zo dacht ik, moet ik eens iets gaan doen met Twitter. Als zelfs de gemeente Hilversum daar mee bezig is, dan loop ik behoorlijk achter. Goed voor de publiciteit van het blog wellicht. Ik was eigenlijk best benieuwd naar het zogenaamde ‘tweetdeck’ en ook hashtags leken me wel leuk in het gebruik liggen.

Het eerste obstakel was de gebruikersnaam, omdat gewoon @basjeb al weg was. Daardoor moest ik uiteindelijk opteren voor @basje_b_ wat natuurlijk wel kan maar niet zo mooi is. Nouja, dacht ik nog, daar kom ik wel overheen. Ook met het aangeven van pagina’s (of eh, dinges) die ik wilde volgen had ik wat problemen. De gemeente Hilversum natuurlijk. Wat kranten, enzo. Toen werd mij gevraagd welke vrienden ik allemaal zou willen volgen. En wat bleek? Niemand van jullie twittert.

Het was een eenzaam experiment.


donderdag 9 februari 2012

Shopping

Binnenkort ga ik naar Milaan voor onderzoek. Dat klinkt leuk, en dat is het ook. Verder vrij ontspannen, omdat ik mee kan zonder diep inhoudelijke verplichtingen en met name om mensen te ontmoeten. Waarschijnlijk heb ik de uitnodiging te danken aan het vorige werkgerelateerde evenement - waar ik per ongeluk aan de praat raakte met iemand die daar veel te belangrijk voor was. Maar dat is slechts een gissing.

Onze Italiaanse collega had ik al gecontacteerd om te vragen of ik bij de besloten seminars aanwezig mocht zijn. Dat bleek niet het geval. 'I suggest that you attend the lunch and the gala dinner,' mailde hij me opgewekt, 'and in between do some shopping.' De andere dag zou er dan wel een vol programma zijn. Het werd allemaal steeds beter: dinner in Milaan, een inhoudelijk programma en dan nog een middag rond de Duomo.

De dag daarna sprak ik mijn promotor, die erg schrok van dit verhaal. ‘Wat een schande,’ sputterde hij onthutst, ‘dat je dan alleen maar komt voor die tweede dag, en ze je gewoon uit winkelen sturen. Het spijt me ontzettend, wat vreselijk vervelend allemaal.’ Er viel een korte stilte. ‘Ja,’ zei ik tenslotte zo droevig mogelijk, ‘ik vind het zelf ook heel erg jammer.’ Mijn promotor knikte verontschuldigend. ‘Maar ik kom er denk ik wel overheen,’ voegde ik daar dapper aan toe.

Eigenlijk heb ik een heel leuke baan.

zondag 8 januari 2012

Scheiden

Wederzijdse inspanningen ten spijt, ging het samenwonen niet als verwacht. Zo kwam het dat ik op een regenachtige avond door mijn moeder werd opgehaald van het station. En crise, kunnen we rustig stellen. Achter haar stuiterde mijn stiefnichtje van zes uit de auto. 'BASJE BASJE BASJE,’ besprong ze me enthousiast, ‘blijf jij vanavond ook hier logeren?’ ‘Eh...ja,’ zei ik afwezig terwijl ik mijn spullen in de kofferbak gooide.

‘Zo,’ informeerde mijn moeder toen we wegreden, ‘en hoe gaat het nou?’ Eerst haalde ik maar eens diep adem. ‘Ik heb een beer,’ begon mijn nichtje opgewekt, ‘en die heet Kees. Heb jij ook een beer?’ ‘Hmhm,’ knikte ik. ‘Oh,’ zei mijn nichtje, ‘waar is jouw beer dan?’ ‘Die zit in mijn tas,’ antwoordde ik. Het was even stil. ‘Slaap jij vannacht bij mij op de kamer?’ informeerde ze toen hoopvol. ‘Nee, dat denk ik niet,’ piepte ik met een hoog stemmetje.

Ineens moest ik heel hard huilen en begon ik een lang en waarschijnlijk erg onsamenhangend verhaal over mijn Relatie. ‘Ik weet het niet,’ snotterde ik vaag, ‘ik weet gewoon helemaal niet meer wat ik moet doen....’ Mijn moeder knikte zo begrijpend mogelijk. Ondertussen reden we over de donkere hei met stevige regen. Het was geen vrolijk gezicht. We luisterden naar het zwiepen van de ruitenwissers, terwijl ik mijn neus snoot.

‘Gaan jullie nu scheiden?’ klonk het plots vanaf de achterbank. ‘Tsja,’ zei ik met een bibberige zucht, ‘ik ben bang van wel.’