donderdag 23 juni 2011

Poëtisch

Mijn vader blijkt al jaren een soort van lokale SRV man te hebben voor zijn kaas. Ik wist dat niet. De hond wist het wel en begon al een kwartier van tevoren alarm te slaan alsof er onweer op komst was. In de Via Montegrappa stopte een klein vrachtwagentje met uitklapbare toonbank. Daarachter stond Daniele in een korte broek. Hij snijdt voor ons allerlei stukjes kaas af. ‘Deze soort gaat heel goed samen met prosecco,’ filosofeert hij daarbij, ‘want de smaak hecht aan het gehemelte. En in combinatie met de subtiele belletjes van de prosecco geeft dat een prachtige sensatie.’

‘Mijn dochter is hier niet zo vaak,’ legt mijn vader uit, ‘kun je haar een stukje morlacco laten proeven?' 'Dat wordt hier in de buurt gemaakt,’ zegt hij tegen mij, ‘alleen zelf vind ik het niet zo lekker.’ Daniele knikt. ‘De poesia van de morlacco is prachtig,’ zegt hij allerminst uit het veld geslagen. ‘Dit komt bijvoorbeeld van een signore die het maar één maand van de zomer produceert, en alleen met vers lentegras. Hij gebruikt eeuwenoude technieken. Er wordt grof zout bovenop gelegd, die langzaam neerdaalt in de kaas en de smaak verandert.’

Ik proef nieuwsgierig. Vooral door dat detail van het afgedaalde zout willen wij ons ook van de morlacco wel een stukje laten verkopen. ‘U moet er een beetje mee oppassen,’ zegt de kaasjongen terwijl hij het afsnijdt, ‘want het is heel vers en heel rijk aan bacteriën.’ ‘Je krijgt er diarree van,’ begrijpt mijn vader. ‘Het helpt,’ lacht Daniele. Ik kijk met hernieuwde blik naar het stukje kaas in mijn hand, en verbind ineens de lijnen oud mannetje, ouderwets productieproces en rauwe ongepasteuriseerde melk.

Dan zie ik de hond, die smekend en welhaast kwijlend naar mij opziet. Hij heeft geluk, vandaag.