zondag 9 mei 2010

Delen

Ik ben een nieuwsgierig mens. Toen Hyves werd uitgevonden, voelde ik me dan ook de koning(in) ter rijk. Eindelijk kon je iedereen eindeloos onbeschaamd begluren, inclusief foto’s en privéberichten. Het was altijd al een beetje onhip natuurlijk, met van die dansende bananen enzo. Maar na de universitaire uitstroom richting Facebook zijn geloof ik alleen nog tieners, alleenstaande vrouwen met een uitkering en bierbuikige automonteurs genaamd Jordy overgebleven. Inmiddels heeft het veel weg van een soort lokale buurtkroeg waar je eigenlijk liever niet gezien wilt worden. Onlangs viel mijn oog bijvoorbeeld op de Hyve van Grieks Restaurant Rhodos in Zaltbommel, waar commentaren worden achtergelaten als 'eten was baas, serveerster ook.' Toen wist ik dat het zachtjesaan tijd werd om mijn account te desactiveren.


Een goede vriend snapt niet waar ik me druk over maak. ‘Laat de mensen toch hun gang gaan’ zegt hij altijd, ‘als ze dat nou leuk vinden.’ Maar dat is juist het hele punt van sociale netwerken: die mensen zetten allemaal dingen op hun Hyve zodat je het kunt zien. Zij hebben dan bijvoorbeeld nieuwe bloempotten gekocht voor in de tuin en willen dat met mij delen, zoals dat heet. Met delen in de klassieke zin van het woord heeft niet natuurlijk niet veel te maken. Het is meer zeggen ‘hee kijk eens even allemaal wat een leuk leven ik heb.’ Helaas valt dat in praktijk dus tegen. Als ik bijvoorbeeld lees: ‘Hardlopen net ging echt vet goed. Netjes met een opbouwschema. Jippie’ maakt een enorme doorzon-moeheid zich van mij meester. Wat niet wegneemt dat het fascinerend is om de samenleving te zien communiceren middels zinsneden als ‘lama wete’ ‘tot laters dan maar’ ‘toedels’ ‘ik zit op het werk’ ‘geniet er maar lekker van’ en ‘wijntje doen.’ Ik krijg het waarachtig nauwelijks op papier.


Mensen die zichzelf echt interessant vinden, hebben natuurlijk geen Hyves of Facebook, die Twitteren. Briljant idee toch, om de meest oninteressante functie van netwerkpagina’s te isoleren op een aparte site. Ik ben dol op alles wat openbaar is, maar bij Twitter trek ik de grens. Vaak kun je van een Twitter-pagina ook eigenlijk geen droog brood maken, want het is alleen maar op een interactieve manier leuk voor andere Twitteraars die je zogezegd volgen of voor heel goede vrienden. Mijn ex Twittert tegenwoordig ook, en waarachtig, het is net alsof hij is opgestaan uit de dood en naast me op de bank zit. Zo weet ik nu ineens dat hij 1) een nieuwe vriendin maar desalniettemin 2) nog geen kind heeft en 3) nog wel steeds obsessief bezig is met krasloten en Jan Rot. Vreemd toch eigenlijk dat mensen dit soort dingen zomaar met vriend en vijand (waar ik in dit geval toe behoor) willen delen.


Maar goed. Iedereen heeft het volste recht op de illusie van persoonlijke roem. Ik heb er allemaal geen bewaar tegen, als ik er af en toe maar even iets over mag schrijven. En dat deel ik dan weer graag met jullie. Ha!