vrijdag 17 december 2010

Artis

Ik gaf de Schrijver altijd een jaarabonnement op Artis voor zijn verjaardag. In het bijzonder waren wij gehecht geraakt aan nijlpaard Tanja. Zij woonde in een piepklein betonnen bassin maar kon wegens ouderdom niet kon worden verhuisd (dat laatste hadden we gelezen in het Artisblad). Verder stonden we altijd even extra lang stil bij de twee geleende ijsberen uit Parijs, die zonder onderbreking neurotisch rondjes liepen op hun cementen ijsschots.

Mijn vriend ging –naar eigen zeggen- vooral naar Artis om ongelukkige gezinnen te observeren. ‘Kijk poezie, daar lopen er weer een paar,’ wees hij dan. Ik knikte en smeerde nog maar eens wat lipgloss op. Destijds (anno 2002) was ik een grootverbruiker van lipgloss, meestal met aardbeiensmaak of soms met een beetje glitter. ‘Lippenstift bewaart ze wel voor later,’ zongen de Schrijver en Martin dan, ‘dat loopt veel te veel in de gaten’ (Kinderen voor Kinderen 7).

Ik zelf had het eigenlijk niet zo op Artis. De flamingo’s bij de ingang stonden in een bruine plas water te wachten op beter weer, en leken te lijden aan ernstige depressies. Ook de meeste katachtigen maakten een uitgebluste indruk in de druilerige oktoberregen. Sommige dieren zaten binnen, maar daar werd het niet veel beter van. Zo was er een broeierig "reptielenhuis" met een verzameling enge klamme krokodillen en een sterk stinkend "apenhuis" waar een kolonie overdekte apen ongeinspireerd in de touwen bungelde.

'Je mist het punt, poezie,' zei mijn vriend dan, 'je mist het punt. Artis is een Echte Autenthieke Amsterdamse Stadsdierentuin. En waar vind je dat nog, vandaag de dag?' Inderdaad. Misschien wordt het tijd om weer eens richting Artis te gaan om de situatie te herevalueren. Het zal natuurlijk niet meer hetzelfde zijn als toen. Tanja is vorig jaar overleden, las ik. De ijsberen zijn terug naar Parijs. Maar ongelukkige gezinnen zijn van alle tijden. En lippenstift bewaar ik nog steeds voor later.