vrijdag 31 december 2010

Praktijk

Een jaar geleden schreef ik hier mijn eerste stukje: over het theorie-examen. In de tussentijd is het me godzijdank gelukt om ook het praktische gedeelte van het rijbewijs met succes af te ronden. In een keer, zeg ik er steeds trots bij. Wel met zestig lessen van anderhalf uur, maar dat hoeft niemand te weten behalve u, ik en mijn vader die zo goed was de zaak geheel belangeloos te bekostigen. Nou ja, geheel belangeloos. Misschien met oog op de toekomst, als hij oud en krakkemikkig is en ik hem rond mag rijden. Wie zal het zeggen.

Op een gegeven moment had ik zoveel rijles gehad, dat ik begon te denken als mijn theorieboek. Autorijden is als het leven zelf, filosofeerde ik dan. Het is een kwestie van opletten, en zo goed mogelijk anticiperen. Van voorzichtig en toch daadkrachtig optreden. Met als uitgangspunt de andere deelnemers zo min mogelijk te hinderen, al lukt dat vaak niet (‘Dat vind ik niet zo’n goede oplossing, die je daar kiest,’ zei mijn rijleraar Piet dan, wat rijleraarjargon is voor FOUT).

Sinds de memorabele dag van het afrijden moet ik het stellen zonder Piet, die inmiddels ook mijn psycholoog en relatieanalist was geworden. ‘Basje meisje,’ zei Piet bijvoorbeeld, ‘jij moet een grote meid worden in het verkeer, en niet steeds zo zitten piepen.’ Daar had hij zeker gelijk in. ‘Vooruitkijken, niet steeds in het gebeurde blijven hangen,' zei Piet ook, 'anders ga je alleen maar meer fouten maken.’ Alweer een waarheid die staat als een huis, en ook buiten de auto zeer toepasbaar is. 'Piet, jij geeft geen rijles, jij geeft therapie,' zei ik regelmatig.

‘En het kost niks extra,’ voegde Piet er dan met een knipoog aan toe.