zondag 17 juli 2011

Continental breakfast


De sfeer in de ontbijtzaal van een hotel is doorgaans ingehouden. Bedrukt, zou ik bijna zeggen. Mensen mompelen wat moeizaam naar elkaar, de stoelen zitten niet echt lekker en het sap smaakt naar onbestemd muzakfruit. Niet zelden is de ruimte vreemd gepositioneerd, bijvoorbeeld in het souterrain of een soort van achterkamertje. Soms ook draait de eetzaal, nog katerig van de vorige avond, ochtenddiensten.

Op een centraal punt prijkt in elk geval een lange tafel met hardplastic orgelpijpen vol cornflakes en schalen hotelham. Dit is het zogenaamde ontbijtbuffet. Merkloze yoghurtpotjes dobberen in een bak ijswater -geflankeerd door kuipjes boter- en de boel wordt wat opgesierd met een kunstbloem of eenzame ananas. Zo nu en dan staat er iemand op om met een bordje in zijn handen naar het buffet te lopen.

De rest van de zaal kijkt dan zo onopvallend mogelijk toe en denkt ongeveer hetzelfde. Zou die dikke Duitser inderdaad worst gaan opscheppen? Het oudere Engelse echtpaar neemt natuurlijk scrambled eggs. En de Franse vader en moeder zouden hun twee Franse zoontjes, die met één bil op hun stoel hangen en van tafel willen, ook weleens wat beter in bedwang kunnen houden. Als je de volgende dag dezelfde medegasten tegenkomt, kan er zelfs zoiets als een verplicht ochtendknikje ontstaan.

Het hotelontbijt heeft, kortom, iets tragisch. Op zich ben ik daar nog wel van gecharmeerd, je kunt je immers beperken tot een kopje thee. Alleen vergeet ik elke keer opnieuw, dat die net te kleine oerlelijke hoteltheepotjes zonder uitzondering (en dat is al-tijd) lekken bij het schenken. Zodat er meer thee op je krant beland dan in je kopje. En dat is dus eigenlijk een beetje teveel, zo vroeg in de morgen.