vrijdag 15 januari 2010

Charmant


Onlangs was ik op een bijeenkomst in Nederland waar buitenlanders spraken over een Italiaans onderwerp. Het ging over futurisme, dus al meteen een beetje vaag. Een Amerikaan met een grote gele (futuristische?) strik opende vol citaten opgelezen in tenenkrommend Italiaans. Iedereen keek daarbij licht beschaamd naar de grond. Ondertussen ging het struikelen maar door, het leek wel alsof hij het liefst het hele boek had willen voordragen. Het probleem met Amerikanen die op Italiaanse les zitten, is dat ze het in theorie wel kunnen leren, maar dat dat zware complicaties voor de intonatie meebrengt. Het omgekeerde (een Engelssprekende Italiaan) is ook vervelend, maar gelukkig zie je dat alleen gebeuren in uiterste noodzaak; zodra de mogelijkheid zich voordoet wordt het gesprek meteen weer gezellig in de Moedertaal voortgezet. Dat terwijl de Amerikaan steeds weer indruk zal proberen te maken met zijn verkeerde klemtonen. En dat is best wel droevig.

Italianen die Engels spreken zijn minder storend – maar daarom niet minder genant – omdat je direct naar de slaapmodus kunt overschakelen, want de moeite van het luisteren kun je je bij voorbaat besparen. Ik herinner me een memorabele lezing van Claudio Magris in het Academiegebouw van de Universiteit, waar iedereen erg naar had uitgezien. Het ging over taal en recht en zat dus bomvol met juristen en rechtsfilosofen; het zou kortom de gloriedag moeten worden van de vakgroep Italiaans. Jammer alleen dat de langverwachte opperfilosoof na zijn welkomstzin volkomen onverstaanbaar was (en dat ook bleef). Af en toe kon je een flard opvangen van een zin, of van een woord, maar over de gehele linie waren het de meest dramatische anderhalf uur die de faculteit letteren ooit moet hebben meegemaakt.

Magris las overigens ook alles voor, maar dat is min of meer normaal. Tenminste, met name wat jongere Italianen zijn gewend hun zeer complexe verhaal van een blaadje op te ratelen omdat presentatievaardigheden niet in hun pakket voorkomen of hen dat blijkbaar is geleerd dat dat goed overkomt. En dat terwijl hun grijze professoren (die absoluut niet tegengesproken mogen worden) eigenlijk altijd maar wat uit het hoofd staan te fantaseren, nou ja, alleen als het in het Italiaans kan dus. Het is ook echt niet de bedoeling dat je vragen gaat stellen na afloop, al is daar in theorie wel gelegenheid voor. Wat wel mag is een (lang) verhaal houden over jouw persoonlijke opinie, mits de spreker uitgebreid wordt gecomplimenteerd met zijn lumineuze exposé. Op een echte vraag is men in het algemeen niet voorbereid, dus een daadwerkelijk antwoord kun je ook absoluut vergeten. Dit tot grote frustratie van (bijvoorbeeld) veel Amerikanen, die het juist graag bondig houden en dus een korte zin met een vraagteken erg op prijs stellen en niet weten wat ze aanmoeten met zo’n lofrede, waar je, au fond inderdaad niet veel mee kunt.

Maar charmant is het wel natuurlijk.