vrijdag 19 februari 2010

Blootsvoets


Mijn eerste ervaring op het gebied van yoga was meteen stevige spirituele kost, niks geen gezellige studentengymnastiek met een frisse yogajuf. Dat kwam zo, twee Spaanse vriendinnetjes van mij in Rome zaten op buikdansen, en na het buikdansen was er toevallig een proefles yoga. En of ik zin had om mee te gaan. Omdat ik in die tijd eigenlijk bijna overal ‘ja’ op zei, deed ik dat meteen. De les vond thuis plaats bij de meester zelf, een man met een lange witte baard die ons gebood een schapenvachtje uit te rollen en onze schoenen bij de voordeur neer te zetten. Vervolgens moesten we gaan liggen, en denken aan een bloem, aan de kleur van de bloem, aan de geur van de bloem, aan de blaadjes van de bloem, aan de vorm van de bloem, enzovoorts, en dit alles onder het murmelen van diverse mantra’s. Ook moesten we stevige ademhalingsoefeningen doen onder het uitroepen van Indiase kreten, terwijl de baard ons toebrulde: ‘Harder!!! Harder!!! Schreeuw het van je af! Dieper ademhalen!’


Aan het eind van de sessie werd het wat rustiger, zo rustig zelfs dat sommige mensen in slaap vielen en begonnen te snurken, maar dat scheen er allemaal bij te horen. Ik kreeg bijna een teen van mijn slapende buurman in mijn neus, dat was niet zo prettig. Enfin. Er werd ook nog kruidenthee geschonken als welkom aan de nieuwe cursisten, en daarna werd er rijst met groente en dadels gegeten in een kring rondom een groot kleed (ook allemaal nog steeds met blote voeten), hetgeen door de meester uit een grote pan werd gedistribueerd aan de volgelingen. Het had echt wel iets sacraals, moet ik zeggen. Toen men echter tegen elven begon met het vertellen van een spiritueel verhaal maakten wij ons snel uit de (blote) voeten. Wel een avond om nooit meer te vergeten. ‘Zie je nou wel’ zei mijn ene Spaanse vriendinnetje tegen mijn andere Spaanse vriendinnetje toen we op straat stonden, ‘zie je nou wel dat het een enge sekte is? Als je eenmaal meedoet laten ze je nooit meer gaan.’ Het bleef dus bij die ene les.


Momenteel heb ik een Franse juffrouw, die met klankschalen werkt en zachtjes fluistert dat we ons vooral moeten concentreren op onze ademhaling (‘concentrez-vous sur le souffle….sentirez le souffle… respirer profondement…’). Dat klinkt allemaal erg rustgevend zo in het Frans, moet ik zeggen. Maar volgens mij heb ik het gewoon niet in me, de kunst van het ontspannen. Zeker niet met allemaal onbekende mensen om me heen. De eerste tien minuten krijg ik meestal een lachaanval, en als die eenmaal is bedwongen lukt het me maar niet om me te concentreren op een imaginair punt tussen mijn ogen. Ik raak altijd afgeleid door meer aardse zaken zoals boodschappenlijstje voor vanavond en of ik het strijkijzer wel heb uitgezet. Volgens mij betekent dat, dat ik die yoga juist heel hard nodig heb, dus ik blijf dapper proberen. Alleen, ik blijf maar denken aan de blote voeten van mijn buurman. En zo lukt het natuurlijk nooit!