vrijdag 5 februari 2010

De Franse slag

Wellicht heb ik -onterecht- de indruk gewekt dat ik sinds mijn aankomst in Marseille uitsluitend nog omga met Algerijnse minderheden, waarmee ik avond na avond naar Afrikaans voetbal kijk. Niets is minder waar. Julia woont namelijk samen met twee heel sympathieke promovendi afkomstig uit Arles, die televisie een buitengewoon verwerpelijk medium vinden. Ik mocht gerust bij hen logeren tot ik onder dak was in Aix, hadden ze me alledrie verzekerd. Deze ‘colocs’ heten Remi en Alexandre, en ze spreken allebei een klein beetje Engels met een zwaar accent. Dat is niet zo goed te volgen, en dus gaat mijn Frans ineens erg vooruit. Het enige Engelse woord dat ik inmiddels nog gebruik is ‘cool’ (uit te spreken als kwoellll).

Dankzij Remi en Alexandre heeft het begrip ‘met de Franse slag’ voor mij een meer concrete invulling gekregen. De ijskast bijvoorbeeld staat vol met allerlei onduidelijke potjes vet (?), oude stukjes kaas, halflege sojasausflesjes, japanse noedels en andere vage restjes. Toen Julia en ik besloten dat het tijd was voor een stevige schoonmaakbeurt, protesteerden de mannen luidkeels tegen deze ‘Duitse aanpak’ (Julia komt uit Tübingen) die hun voorheen ‘romantische’ ijskast had gereduceerd tot een ongezellige witte lege opbergplek. Ook de bruinzwart aangeslagen theepot mocht onder geen beding worden schoongemaakt, wij moesten toch begrijpen dat dat ten koste gaat van de theesmaak. Mijn eerste empirische ervaringen wijzen dus uit dat bovenstaande uitdrukking inderdaad precies de kern van de zaak raakt.

Ook de buurt waarin het gezelschap zich heeft gevestigd is buitengewoon authentiek. Uit financiële overwegingen wonen Julia en de ‘mecs’ in oude stadshart van Marseille, dat net boven de haven ligt en ‘le Panier’ heet. Dit klinkt allemaal erg charmant, en dat is het in principe ook. Maar zeker ’s avonds, als het hard waait en de vuilniszakken je - niet eens bij wijze van spreken - om de oren vliegen, wordt zo’n rustieke vervallen omgeving (compleet met klapperende luiken en voorbijstuivende zwerfkatten) toch wel erg oorspronkelijk. Bij aankomst werd mij met klem aangeraden om de trap altijd heel snel op danwel af te rennen. Bij navraag bleek dit in verband met een boze benedenbuurvrouw die onlangs Remi een bloedende lip bezorgde. Met de Franse slag!