woensdag 4 mei 2011

Tenue de ville

En daar liep ik dan weer, op de Zuidas. Het waaide ontzettend hard en alle mannen hadden een pak aan. Niet een heel duur pak, want het is tenslotte geen Milaan. Maar toch: een pak. Het was vrijdagmiddag, of eigenlijk eerder het begin van de vrijdagavond, dus de stemming zat er goed in. Ik moest zijn in de Blauwe Engel, waar het bier per liter de tap uitstroomde en waar de mensen zelfs buiten in de kou opgewekt het begin van het weekend stonden te vieren.

De gepakte mannen in de Blauwe Engel bekeken mij allemaal van top tot teen, en daarna weer terug naar boven. Zozo, hoorde ik hun licht aangeschoten kantoorhersens denken, met dat meisje zouden wij misschien weleens een beschuitje.....enzovoorts. Maar ik was niet in de stemming voor beschuitjes, ik had met vrienden, of eigenlijk eerder oud-collega’s, afgesproken.

De oud-collega's hadden ook een pak aan, dus vielen ze niet erg op in de menigte. Nadat ik drie rondjes had gelopen en tien biertjes had afgeslagen, moest ik zelfs bellen om ze te vinden. ‘Hallo,’ zei ik, ‘sorry, maar ik kan jullie echt niet zien staan. Iedereen is hier in uniform.’ Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op mannen in pak. Alleen als het er veel bij elkaar zijn, dan lijkt het wel kolonie eenden.

Voor de man zelf valt het ook niet altijd mee. ‘Ik voel me een beetje alsof ik in de DDR woon en jij in het vrije westen,’ zei een modebewuste Duitse collega eens beteuterd tegen mij, ‘ik heb maar vier pakken en jij kunt alles aandoen wat je wilt.’ Dat moest ik beamen. Maar, troostte ik hem, het valt ook niet mee om elke dag weer een leuke haarband te vinden die past bij je rokje.

'En bovendien,' voegde ik eraan toe, 'een pak is vast hartstikke lekker warm als het waait.' Op de Zuidas bepaald geen overbodige luxe.